driezijdig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  driezijdig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• drie·zij·dig

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstellende afleiding van drie en zijde met het achtervoegsel -ig

	stellend
onverbogen	driezijdig
verbogen	driezijdige
partitief	driezijdigs

Bijvoeglijk naamwoord

driezijdig

1. met, of aan drie kanten, belangen, partijen etc;

   • Een huis met een driezijdige erker. 

Synoniemen

• trilateraal

Verwante begrippen

• eenzijdig, tweezijdig, veelzijdig
• lateraal, unilateraal, bilateraal, multilateraal

Vertalingen

    1. met of aan twee kanten, belangen, partijen etc;   

Duits: dreiseitig (de) Engels: three-sided (en), trilateral (en)

Frans: trilatéral (fr)

Gangbaarheid

• Het woord driezijdig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.