dove
- do·ve
dove
- verbogen vorm van de stellende trap van doof
- Wat een dove kwartel ben je toch!
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dove | doven |
verkleinwoord | - | - |
- iemand die niet in staat is te horen
- In geschreven vorm is informatie ook voor doven goed toegankelijk.
- dovekool, dovenetel, doveninstituut, dovenonderwijs, dovenschool, doventaal, doventelefoon, doventolk, dover
vervoeging van |
---|
doven |
dove
- aanvoegende wijs van doven
- Men dove alle kampvuren alvorens te vertrekken.
- Het woord dove staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dove" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
dove | doves |
dove
- (duifachtigen) duif (met name een kleinere soort)
- (politiek) duif iemand die tegen oorlog is
- [2] hawk
dove
- verleden tijd van dive
dove
- waar
- «Dove vai?»
- Waar ga je naartoe?
- «Dove vai?»
dove
- waarin
- «la casa dove abito»
- het huis waarin ik leef
- «la casa dove abito»