• waar·in
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     in  
 persoonlijk     erin  
aanwijz.   nabij     hierin  
  veraf     daarin  
  vragend/betrekk.     waarin  

(scheidbaar)
waarin

  1. vragend: in+wat? in+welk?:
    • Waarin zat het verstopt? 
    • Waar zat het in verstopt? 
  2. betrekkelijk: in+wat in+hetwelk:
    • Is dit de zak waarin het verstopt zat? 
    • Is dit de zak waar het in verstopt zat? 
     Ondertussen had zich een Amerikaanse vrouw van 22 jaar bij ons gevoegd, So it Goes. Deze trailnaam had ze gekregen vanwege haar fascinatie voor het boek ‘Slaughterhouse five’ van Kurt Vonnegut, waarin vaak de bijzin ‘so it goes’ terugkomt.[1]
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be