[1] een dorpskerk
  • dorps·kerk
enkelvoud meervoud
naamwoord dorpskerk dorpskerken
verkleinwoord dorpskerkje dorpskerkjes

de dorpskerkv / m

  1. (bouwkunde) (religie) een kerkgebouw in een dorp
    • Voor een dorpskerk is dit best een groot gebouw. 
  2. (religie) een kerkgemeenschap in een dorp
    • Voor een dorpskerk zijn jullie met behoorlijk veel mensen. 
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be