• doorn
  • In de betekenis van ‘puntig uitsteeksel aan plant’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 721 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord doorn doorns
doornen
verkleinwoord doorntje doorntjes

de doornm

  1. (plantkunde) scherp uitsteeksel aan een plant
    • Pas op voor die struik met al die doorns! 
  • een doorn in het oog zijn
je ergens aan ergeren
•  De PVV vindt het groene waarschuwingsbord bij Kinderboerderij Het Weusthag dat deels in het Turks is geschreven ‘een doorn in het oog’. Fractievoorzitter Jeanet Nijhof van de PVV in de gemeenteraad heeft er vragen over gesteld aan het college van b en w. [2] 
  • geen rozen zonder doornen
ook mooie dingen hebben hun nadelen
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]