Nederlands

 
1. Een likdoorn op de grote teen.
Uitspraak
Woordafbreking
  • lik·doorn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord likdoorn likdoorns
likdoornen
verkleinwoord likdoorntje likdoorntjes

Zelfstandig naamwoord

de likdoornm

  1. (medisch) pijnlijke eeltige verdikking, meestal op een teen of ander deel van de voet
    • De pedicure bevrijdde haar opnieuw van die pijnlijke likdoorn op haar teen. 
     Ik voel het aan mijn eksteroog, zeiden mensen vroeger als er vrieskou op komst was – de likdoorn op hun voetzool speelde dan op.[4]
Schrijfwijzen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen