doornenkroon
- Geluid: doornenkroon (hulp, bestand)
- IPA: /ˈdornəkron/
- door·nen·kroon
- samenstelling van doorn en kroon met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | doornenkroon | doornenkronen |
verkleinwoord | doornenkroontje | doornenkroontjes |
- van doorntakken gevlochten kroon als symbool van het martelaarschap
- Het waren de Romeinen die Jezus de doornenkroon opzetten.
- roodkleurige, stekelige zeester
- De doornenkroon kan mensen zeer pijnlijke wonden opleveren.
- (stekelhuidigen) Acanthaster planci een zeester met doornachtige stekels die over het hele lichaam zijn verspreid. Hij kan een doorsnede van 40 cm bereiken, en heeft 12 tot 19 armen. De doornenkroon voedt zich hoofdzakelijk met koraalpoliepen . Hij klimt 's nachts op het rif en 'graast' dan het koraal af
1. van doorntakken gevlochten kroon als symbool van het martelaarschap
2. roodkleurige, stekelige zeester
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord doornenkroon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.