dikbekzaadkraker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dikbekzaadkraker (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdɪɡbɛkˌsatkrakər / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- dik·bek·zaad·kra·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dikbekzaadkraker | dikbekzaadkrakers |
verkleinwoord | dikbekzaadkrakertje | dikbekzaadkrakertjes |
Zelfstandig naamwoord
dikbekzaadkraker m
- (zangvogels) bepaald soort gors, Oryzoborus crassirostris , die leeft in Midden- en Zuid-Amerika
-
Een dikbekzaadkraker ♀
-
Een dikbekzaadkraker ♂
Synoniemen
Hyperoniemen
Opmerkingen
- De naam dikbekzaadkraker wordt vooral gebruikt in Vlaanderen en Nederland. Het Surinaams-Nederlands noemt de vogel meestal twatwa.
Vertalingen
1. bepaald soort gors, Oryzoborus crassirostris
Gangbaarheid
- Het woord 'dikbekzaadkraker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.