• di·gi·ta·li·se·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord digitalisering digitaliseringen
verkleinwoord - -

de digitaliseringv

  1. (informatica) het digitaliseren


  • di·gi·ta·li·se·ring
Naar frequentie 90123
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   digitalisering     m: digitaliseringen
v: digitaliseringa  
  digitaliseringer     digitaliseringene  
genitief   digitaliserings     m: digitaliseringens
v: digitaliseringas  
  digitaliseringers     digitaliseringenes  

digitalisering [1], m / v

  1. (informatica) digitalisering
    «Nylig kom regjeringen med en gladsak for distriktene da den presenterte en plan for digitalisering av radio.»
    Onlangs heeft de regering de districten gejuicht toen zij een plan presenteerde voor de digitalisering van radio.
  1. Store norske leksikon (SNL) digitalisering(in het Noors; geraadpleegd 2019-10-06)


  • di·gi·ta·li·se·ring
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   digitalisering     digitaliseringa     digitaliseringar     digitaliseringane  

digitalisering, v

  1. (informatica) digitalisering
    «Digitaliseringa gjer det muleg å programmera filer slik at tilbodet blir tilpassa dei lokale forholda.»
    Digitalisering maakt het mogelijk om bestanden te programmeren zodat het aanbod wordt aangepast aan de lokale omstandigheden.