digitaliseren
- di·gi·ta·li·se·ren
- afgeleid van het Franse digitaliser (met het achtervoegsel -iseren) [1] wat zelf weer komt van het Engelse digitalize
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
digitaliseren |
digitaliseerde |
gedigitaliseerd |
zwak -d | volledig |
digitaliseren
- overgankelijk (informatica) informatie omzetten van analoog naar digitaal
- Deze oude LP's zijn nog nooit gedigitaliseerd.
1.
- Het woord digitaliseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "digitaliseren" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be