• de·ri·vaat
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘afgeleide’ voor het eerst aangetroffen in 1868 [1]
  • afgeleid van het Latijnse 'dērīvātum' (het afgeleide) met het achtervoegsel -aat
enkelvoud meervoud
naamwoord derivaat derivaten
verkleinwoord derivaatje derivaatjes

het derivaato

  1. (techniek), (voeding) een product dat is afgeleid van het basisconcept
    • Mickey Mouse is het basis concept voor derivaten als Mickey Mouse-dekbed, Mickey Mouse-tas, Mickey Mouse-horloge, enz. 
  2. (economie) een financieel product dat van een andere transactie, product of gebeurtenis is afgeleid
    • Een optie op aandelen Philips is een derivaat met betrekking tot deze aandelen. 
  3. (economie) een product, waarvan de prijs afhangt van de prijs van andere producten of daarvan afgeleid wordt
    • Het Centraal Fonds Volkshuisvesting heeft jaren geleden woningcorporaties al gewaarschuwd voor het werken met complexe financiële producten als derivaten 
  4. (scheikunde), (medisch) een afgeleide stof met een overeenkomstige structuur
    • Ampicilline is een derivaat van penicilline. 
  5. (sociologie) een schijnlogische verklaring
  6. (informatica) een product afgeleid van bestaande software
82 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[2]