denatureren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van denatureren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | denatureren | te denatureren | ||||||||
toekomend | zullen denatureren | te zullen denatureren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gedenatureerd | te hebben gedenatureerd | ||||||||
toekomend | gedenatureerd zullen hebben | gedenatureerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
denaturerend | gedenatureerd | ev. denatureer |
mv. verouderd denatureert |
denaturere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | denatureer | denatureert | denatureert | denatureert | denatureert | denatureren | denatureren | denatureren | |||
verleden (o.v.t.) | denatureerde | denatureerde | denatureerde | denatureerde | denatureerde | denatureerden | denatureerden | denatureerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal denatureren | zult/zal denatureren | zult/zal denatureren | zult denatureren | zal denatureren | zullen denatureren | zullen denatureren | zullen denatureren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou denatureren | zou denatureren | zou(dt) denatureren | zoudt denatureren | zou denatureren | zouden denatureren | zouden denatureren | zouden denatureren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gedenatureerd | hebt gedenatureerd | hebt/heeft gedenatureerd | hebt gedenatureerd | heeft gedenatureerd | hebben gedenatureerd | hebben gedenatureerd | hebben gedenatureerd | |||
verleden (v.v.t.) | had gedenatureerd | had gedenatureerd | had gedenatureerd | hadt gedenatureerd | had gedenatureerd | hadden gedenatureerd | hadden gedenatureerd | hadden gedenatureerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gedenatureerd hebben | zal/zult gedenatureerd hebben | zult/zal gedenatureerd hebben | zult gedenatureerd hebben | zal gedenatureerd hebben | zullen gedenatureerd hebben | zullen gedenatureerd hebben | zullen gedenatureerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gedenatureerd hebben | zou gedenatureerd hebben | zou/zoudt gedenatureerd hebben | zoudt gedenatureerd hebben | zou gedenatureerd hebben | zouden gedenatureerd hebben | zouden gedenatureerd hebben | zouden gedenatureerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gedenatureerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gedenatureerd | er is gedenatureerd | |||||||||
verleden | er werd gedenatureerd | er was gedenatureerd | |||||||||
toekomend | er zal gedenatureerd worden | er zal gedenatureerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gedenatureerd worden | er zou gedenatureerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gedenatureerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gedenatureerd worden | gedenatureerd te worden | ||||||||
toekomend | gedenatureerd zullen worden | gedenatureerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gedenatureerd zijn | gedenatureerd te zijn | ||||||||
toekomend | gedenatureerd zullen zijn | gedenatureerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gedenatureerd | wordt gedenatureerd | wordt gedenatureerd | wordt gedenatureerd | wordt gedenatureerd | worden gedenatureerd | worden gedenatureerd | worden gedenatureerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gedenatureerd | werd gedenatureerd | werd gedenatureerd | werdt gedenatureerd | werd gedenatureerd | werden gedenatureerd | werden gedenatureerd | werden gedenatureerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gedenatureerd worden | zult gedenatureerd worden | zult gedenatureerd worden | zult gedenatureerd worden | zal gedenatureerd worden | zullen gedenatureerd worden | zullen gedenatureerd worden | zullen gedenatureerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gedenatureerd worden | zou gedenatureerd worden | zou/zoudt gedenatureerd worden | zoudt gedenatureerd worden | zou gedenatureerd worden | zouden gedenatureerd worden | zouden gedenatureerd worden | zouden gedenatureerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gedenatureerd | bent gedenatureerd | bent/is gedenatureerd | zijt gedenatureerd | is gedenatureerd | zijn gedenatureerd | zijn gedenatureerd | zijn gedenatureerd | |||
verleden (v.v.t.) | was gedenatureerd | was gedenatureerd | was gedenatureerd | waart gedenatureerd | was gedenatureerd | waren gedenatureerd | waren gedenatureerd | waren gedenatureerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gedenatureerd zijn | zult gedenatureerd zijn | zult gedenatureerd zijn | zult gedenatureerd zijn | zal gedenatureerd zijn | zullen gedenatureerd zijn | zullen gedenatureerd zijn | zullen gedenatureerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gedenatureerd zijn | zou gedenatureerd zijn | zou/zoudt gedenatureerd zijn | zoudt gedenatureerd zijn | zou gedenatureerd zijn | zouden gedenatureerd zijn | zouden gedenatureerd zijn | zouden gedenatureerd zijn |