• de·na·tu·reert
vervoeging van
denatureren

denatureert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van denatureren
    • Jij denatureert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van denatureren
    • Hij denatureert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van denatureren
    • Denatureert!