Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·na·tu·re·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onbruikbaar maken voor consumptie’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • afgeleid van het Franse dénaturer (met het voorvoegsel de- en met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
denatureren
denatureerde
gedenatureerd
zwak -d volledig

Werkwoord

denatureren [4]

  1. overgankelijk het voor menselijke consumptie ongeschikt maken
  2. overgankelijk (biochemie) het verlies van de ruimtelijke structuur van bepaalde stoffen, zoals een eiwit of een nucleïnezuur, waardoor eigenschappen en werking vaak sterk veranderen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen