vervoeging van de bedrijvende vorm van decentraliseren
|
onbepaalde wijs
|
kort
|
lang
|
onvoltooid
|
tegenwoordig
|
decentraliseren
|
te decentraliseren
|
toekomend
|
zullen decentraliseren
|
te zullen decentraliseren
|
voltooid
|
tegenwoordig
|
hebben gedecentraliseerd
|
te hebben gedecentraliseerd
|
toekomend
|
gedecentraliseerd zullen hebben
|
gedecentraliseerd te zullen hebben
|
|
onvoltooid deelwoord |
voltooid deelwoord |
gebiedende wijs |
aanvoegende wijs
|
|
decentraliserend |
gedecentraliseerd |
ev. decentraliseer |
mv. verouderd decentraliseert |
decentralisere
|
aantonende wijs |
enkelvoud |
meervoud
|
onvoltooid |
eerste |
tweede |
derde |
eerste |
tweede |
derde
|
|
ik |
jij, je |
u |
gij, ge |
hij, zij, het |
wij, we |
jullie |
zij, ze
|
tegenwoordig (o.t.t.) |
decentraliseer |
decentraliseert |
decentraliseert |
decentraliseert |
decentraliseert |
decentraliseren |
decentraliseren |
decentraliseren
|
verleden (o.v.t.) |
decentraliseerde |
decentraliseerde |
decentraliseerde |
decentraliseerde |
decentraliseerde |
decentraliseerden |
decentraliseerden |
decentraliseerden
|
toekomend (o.t.t.t.) |
zal decentraliseren |
zult/zal decentraliseren |
zult/zal decentraliseren |
zult decentraliseren |
zal decentraliseren |
zullen decentraliseren |
zullen decentraliseren |
zullen decentraliseren
|
voorwaardelijk (o.v.t.t.) |
zou decentraliseren |
zou decentraliseren |
zou(dt) decentraliseren |
zoudt decentraliseren |
zou decentraliseren |
zouden decentraliseren |
zouden decentraliseren |
zouden decentraliseren
|
voltooid |
eerste |
tweede |
derde |
eerste |
tweede |
derde
|
|
ik |
jij, je |
u |
gij |
hij, zij, het |
wij |
jullie |
zij
|
tegenwoordig (v.t.t.) |
heb gedecentraliseerd |
hebt gedecentraliseerd |
hebt/heeft gedecentraliseerd |
hebt gedecentraliseerd |
heeft gedecentraliseerd |
hebben gedecentraliseerd |
hebben gedecentraliseerd |
hebben gedecentraliseerd
|
verleden (v.v.t.) |
had gedecentraliseerd |
had gedecentraliseerd |
had gedecentraliseerd |
hadt gedecentraliseerd |
had gedecentraliseerd |
hadden gedecentraliseerd |
hadden gedecentraliseerd |
hadden gedecentraliseerd
|
toekomend (v.t.t.t.) |
zal gedecentraliseerd hebben |
zal/zult gedecentraliseerd hebben |
zult/zal gedecentraliseerd hebben |
zult gedecentraliseerd hebben |
zal gedecentraliseerd hebben |
zullen gedecentraliseerd hebben |
zullen gedecentraliseerd hebben |
zullen gedecentraliseerd hebben
|
voorwaardelijk (v.v.t.t.) |
zou gedecentraliseerd hebben |
zou gedecentraliseerd hebben |
zou/zoudt gedecentraliseerd hebben |
zoudt gedecentraliseerd hebben |
zou gedecentraliseerd hebben |
zouden gedecentraliseerd hebben |
zouden gedecentraliseerd hebben |
zouden gedecentraliseerd hebben
|
onpersoonlijke lijdende vorm gedecentraliseerd worden
|
|
onvoltooid |
voltooid
|
tegenwoordig |
er wordt gedecentraliseerd |
er is gedecentraliseerd
|
verleden |
er werd gedecentraliseerd |
er was gedecentraliseerd
|
toekomend |
er zal gedecentraliseerd worden |
er zal gedecentraliseerd zijn
|
voorwaardelijk |
er zou gedecentraliseerd worden |
er zou gedecentraliseerd zijn
|