decentraliseerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·cen·tra·li·seer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
decentraliseren |
decentraliseerden
- meervoud verleden tijd van decentraliseren
- Wij decentraliseerden.
- Jullie decentraliseerden.
- Zij decentraliseerden.
- Wij decentraliseerden.