decentraliseerden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·cen·tra·li·seer·den

Werkwoord

vervoeging van
decentraliseren

decentraliseerden

  1. meervoud verleden tijd van decentraliseren
    • Wij decentraliseerden. 
    • Jullie decentraliseerden. 
    • Zij decentraliseerden.