decentraliseren
- de·cen·tra·li·se·ren
- afgeleid van het Franse centraliser met het voorvoegsel de- en met het achtervoegsel -iseren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
decentraliseren |
decentraliseerde |
gedecentraliseerd |
zwak -d | volledig |
decentraliseren
- overgankelijk spreiden over een aantal lagere instanties
- Het woord decentraliseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.