ctižádostivý
- cti·žá·do·s·ti·vý
- Afgeleid van het zelfstandig naamwoord čest en het bijvoeglijk naamwoord žádostivý.
- Afgeleid van het zelfstandig naamwoord ctižádost met het achtervoegsel -ivý.
ctižádostivý
stellend | ctižádostivý |
---|---|
vergrotend | ctižádostivější |
overtreffend | nejctižádostivější |