corps
Niet te verwarren met: korps |
- corps
- van Frans corps “lichaam”, in de betekenis van ‘vereniging’ voor het eerst aangetroffen in 1810 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | corps | corpora corpsen |
verkleinwoord | - | - |
het corps o
- besloten, traditionele studentenvereniging
- (oenologie) sterkte van smaak en geur van een bepaalde wijn
- verouderde spelling of vorm van korps in de betekenis "(typografie) maat van lettertype" tot 1996
- Het woord corps staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "corps" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ corps op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "corps" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
corps | le corps | corps | les corps |
corps m
- (anatomie) lichaam
- (anatomie) lichaam zonder de ledematen
- (meetkunde) lichaam
- lichaam, organisatie, vereniging, e.d.
- (militair) corps
- ↑ Weblink bron corps in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr