colostrum
- co·los·trum
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | colostrum | |
verkleinwoord |
- (medisch) de eerste, gelige moedermelk die een baby krijgt die rijk is aan antistoffen en afweercellen
- Wie ‘colostrum’ googelt, dat is de eerste moedermelk, belandt automatisch op de pagina voor ‘biest’, de eerste moedermelk van runderen - toch een beetje pijnlijk. En de fotografe Jill Greenberg heeft wel een pagina in het Frans, Engels en Duits, maar nog niet in het Nederlands.[4]
- Colostrum? Niet doen. Het staat op de dopinglijst. Ook is er weinig bewijs voor de claims dat de eerste melk na de bevalling van een koe het immuunsysteem zou verbeteren.[5]
1. de eerste, gelige moedermelk
|
|
- Het woord colostrum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "colostrum" herkend door:
54 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "colostrum" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ colostrum op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 21 NOVEMBER 2016
- ↑ Volkskrant MARK VAN DRIEL 21 juli 2012
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be