Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • clutch
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord clutch clutches
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de clutchv / m

  1. (mode) kleine damestas zonder riem die men in de hand draagt
  2. (techniek) koppeling van een motorvoertuig

Gangbaarheid

Meer informatie

  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
vervoeging
onbepaalde wijs to  clutch 
he/she/it  clutchs 
verleden tijd  clutched 
voltooid
deelwoord
 clutched 
onvoltooid
deelwoord
 clutching 
gebiedende wijs  clutch 

Werkwoord

clutch

  1. overgankelijk beetgrijpen, beetpakken, vastgrijpen, vastpakken
  2. overgankelijk vasthouden
  3. onovergankelijk grijpen
enkelvoud meervoud
clutch clutches

Zelfstandig naamwoord

clutch

  1. greep
  2. (figuurlijk) controle
  3. groep, serie, reeks
  4. (techniek) koppelingspedaal
  5. (techniek) aandrijfkoppeling
  6. (dierkunde), (anatomie) klauw
  7. (dierkunde) broedsel, legsel (v. vogels)
  8. (mode) clutch [1], kleine damestas
Synoniemen