vastpakken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vastpakken (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vast·pak·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vast en pakken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vastpakken |
pakte vast |
vastgepakt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
vastpakken
- overgankelijk iets of iemand grijpen en vasthouden
- Hij had het kind stevig in zijn armen vastgepakt.
Vertalingen
1. iets of iemand grijpen en vasthouden
Gangbaarheid
- Het woord vastpakken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vastpakken" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be