Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bu·ren·recht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord burenrecht
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het burenrechto

  1. (juridisch) civielrechtelijk rechtsgebied met betrekking tot de rechten en plichten van buren en eigenaren van naburige erven
    • Van haar in werking treden af, doch alleen voor het vervolg, gelden de bepalingen der wet voor de verplichtingen uit het burenrecht. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie