burenrecht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: burenrecht (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bu·ren·recht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van buur en recht met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | burenrecht | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het burenrecht o
- (juridisch) civielrechtelijk rechtsgebied met betrekking tot de rechten en plichten van buren en eigenaren van naburige erven
- Van haar in werking treden af, doch alleen voor het vervolg, gelden de bepalingen der wet voor de verplichtingen uit het burenrecht.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. onderdeel van het burgerlijk recht m.b.t. rechten, plichten en hinder uit de nabuurschap
|
Gangbaarheid
- Het woord 'burenrecht' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.