Nederlands

 
Uitspraak
Woordafbreking
  • bult·rug
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bultrug bultruggen
verkleinwoord bultrugje bultrugjes

Zelfstandig naamwoord

de bultrugm

  1. (walvisachtigen) Megaptera novaeangliae   een relatief grote vinvis, die zich van andere vinvissen onderscheidt door zijn lange borstvinnen, zijn gedrongen lichaam en de knobbels op zijn bek en onderkaak. Volwassen bultruggen variëren in lengte van 12 tot 16 meter en wegen zo'n 25 à 30 ton
    • Het onderzoeksschip volgt deze bultrug al enkele dagen. 
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be