• bras·si·è·re
enkelvoud meervoud
naamwoord brassière brassières
verkleinwoord brassièretje brassièretjes

de brassièrev / m

  1. (kleding) dameskledingstuk dat uit schouderriemen, twee cups en een centrale band bestaat en dat dient om de borsten te ondersteunen
    • Hij vond een brassière in die lade. 
61 % van de Nederlanders;
61 % van de Vlamingen.[2]