soutien-gorge

Nederlands

1. Een soutien-gorge in een museum.

Uitspraak

• Geluid:  soutien-gorge    (hulp, bestand)
• IPA: / sucɛ̃ˈɣɔorʃ / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• sou·tien-gorge

Woordherkomst en -opbouw

• van Frans soutien-gorge

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	soutien-gorge	soutien-gorges
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de soutien-gorge m

1. (kleding) kledingstuk voor vrouwen dat de borsten ondersteunt

   ▸ Ik zag hoe ze een roze bustehouder oppakte, uitrekte en zorgvuldig begon te strijken. Ik slikte een paar maal en vroeg, hoewel ik het wist van de pin-upfoto's, wat dat was. 'Dat is een soutien-gorge,' vertelde ze glimlachend, 'een steuntje voor de borsten van de vrouw. Dat dragen wij onder onze kleren om onze borsten op hun plaats te houden.'

Synoniemen

• beha, bh, bustehouder
• soutien (België)

Opmerkingen

• Dit is Belgisch-Nederlands, maar ook in België geen standaardtaal.

Gangbaarheid

• Het woord 'soutien-gorge' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• frequentie in teksten in het Nederlands uit België, op een 7-puntsschaal:

        2

• frequentie in teksten uit België, vergeleken met die in Nederland, op een 7-puntsschaal:

        4

Frans

Uitspraak

• Geluid:  soutien-gorge    (hulp, bestand)
• IPA: /sutjɛ̃.ɡɔʁʒ/

enkelvoud		meervoud
zonder lidwoord	met lidwoord	zonder lidwoord	met lidwoord
soutien-gorge	le soutien-gorge	soutiens-gorge	les soutiens-gorge

Zelfstandig naamwoord

soutien-gorge m

1. beha