Nederlands

 
afgebrand prieel door brandstichting
Uitspraak
Woordafbreking
  • brand·stich·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord brandstichting brandstichtingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de brandstichtingv

  1. opzettelijk vernielen van allerlei zaken door middel van een brand
    • Tijdens diens voorgeleiding bij de rechter-commissaris betoogde het OM dat hij moet worden vervolgd voor een poging tot brandstichting met een terroristisch oogmerk. Hij zou een deel van de bevolking vrees hebben willen aanjagen; een voorwaarde om hem een terroristisch oogmerk ten laste te leggen.[1] 
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Joram Bolle NRC 13 april 2016
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be