Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • borg·stel·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord borgstelling borgstellingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de borgstellingv

  1. iets of iemand waarmee men het nakomen van een verplichting garandeert
    • Dit systeem kan niet alleen handig zijn bij aankopen in winkels, maar ook bijvoorbeeld bij een borgstelling. Wanneer je bijvoorbeeld een auto huurt en daarbij 200 euro borg moet betalen, krijg je dat momenteel nog vaak contant terug. [2] 
    • Riksgälden bevestigt dat het een verzoek heeft gekregen de borgstelling op te heffen, maar dat het dat verzoek heeft afgewezen.[3] 
    • Economische Zaken breidt daarom het innovatiefonds MKB uit en verhoogt het bedrag voor de borgstelling mkb-kredieten (BMKB) tot 1 miljard euro. Daardoor staat de overheid garant voor een deel van de leningen die bedrijven aangaan bij banken of andere financiers.[4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Het Parool JASPER PIERSMA 9 APRIL 2014 Ontevreden over je aankoop? Je geld terug met 'retourpinnen'
  3. Het Parool 31 OKTOBER 2012 'Verkoop Saab achter de rug van Muller om'
  4. Het Parool 18 SEPTEMBER 2012 [18 SEPTEMBER 2012 De Miljoenennota: de belangrijkste plannen op een rij ]
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be