onderpand
- on·der·pand
- samenstelling van onder en pand
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onderpand | onderpanden |
verkleinwoord | onderpandje | onderpandjes |
het onderpand o
- een zekerheid in de vorm van geld, goederen of rechten dat gegeven wordt aan iemand die in ruil daarvoor iets uitleent, waarbij de uitlener het in onderpand gegevene in bezit krijgt als het uitgeleende niet geretourneerd wordt
- De bank vroeg het huis als onderpand van de lening.
1.
- Het woord onderpand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onderpand" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be