bladluis
- blad·luis
- samenstelling van blad en luis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bladluis | bladluizen |
verkleinwoord | bladluisje | bladluisjes |
- (halfvleugeligen) Aphidoidea klein plantenetend schadelijk insect dat zich met stekende en zuigende monddelen (stiletten) passief voedt met sappen uit het floëem. Het floëemsap stroomt door de zeefvaten en staat onder hoge druk. Het wordt door de plant in het voedselkanaal van de bladluis geperst zodra de stiletten een floëemvat aanprikken
- appelbloedluis, beukenbladluis, dromedarisluis, druifluis, gewone rozenluis, groene appeltakluis, groene perzikluis, iep-grasluis, melige koolluis, wollige slawortelluis, zwarte bonenluis
1. een schadelijk klein insect dat zich voedt met het sap van jonge plantenscheuten...
- Het woord bladluis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bladluis" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be