• blå·bær
Naar frequentie 16311
g enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   blåbær     blåbæren     blåbær     blåbærene  
genitief   blåbærs     blåbærens     blåbærs     blåbærenes  

[A]: blåbær, g

  1. (plantkunde) Vaccinium myrtillus  , blauwe bes, blauwe bosbes, een 15-40 cm hoge struik met blauwe bessen
    «I Europa er dyrkningen af blåbær koncentreret i Polen og Tyskland.»
    In Europa is de teelt van blauwe bessen geconcentreerd in Polen en Duitsland.
o enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   blåbær     blåbæret     blåbær     blåbæra
blåbærene  
genitief   blåbærs     blåbærets     blåbærs     blåbæras
blåbærenes  

[B]: blåbær, o

  1. (fruit) blauwe bessen, een kleine blauwzwarte eetbare bes uit de bosbessenstruik

blåbær

  1. genitief onbepaald onzijdig enkelvoud van blåbær


  • blå·bær
Naar frequentie 12947
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   blåbær     blåbæret     blåbær     blåbæra
blåbærene  
genitief   blåbærs     blåbærets     blåbærs     blåbæras
blåbærenes  

blåbær, o

  1. (plantkunde) Vaccinium myrtillus  , blauwe bosbes
    «Blåbær er ei vanlig plante i store deler av Europa.»
    Blauwe bosbessen zijn veel voorkomende planten in grote delen van Europa.
  2. (fruit) vrucht van de blauwe bosbessenstruik
  3. (figuurlijk) bagatel, peulenschil
    «Dette er bare blåbær.»
    Dat is een peulenschil.
  • [2]: plukke blåbær
blauwe bosbessen plukken

blåbær

  1. genitief onbepaald onzijdig enkelvoud van blåbær


  • blå·bær
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   blåbær     blåbæret     blåbær     blåbæra  

blåbær, o

  1. (plantkunde) Vaccinium myrtillus  , blauwe bosbes
    «Blåbær er ein vanleg plante i store deler av Europa.»
    Blauwe bosbessen zijn veel voorkomende planten in grote delen van Europa.
  2. (fruit) vrucht van de blauwe bosbessenstruik
  3. (figuurlijk) bagatel, peulenschil
  • [2]: eit spann blåbær
een schaal blauwe bosbessen
  • [3]: berre blåbær
alleen maar peulenschil

blåbær

  1. genitief onbepaald onzijdig enkelvoud van blåbær