bitumen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bi·tu·men
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘aardhars’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1550 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bitumen | bitumina |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het bitumen o
- een viskeuze vloeistof die van nature voorkomt als de minst vluchtige fractie van ruwe aardolie
Vertalingen
1. een viskeuze vloeistof die van nature voorkomt als de minst vluchtige fractie van ruwe aardolie
Gangbaarheid
- Het woord bitumen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bitumen" herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
54 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "bitumen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /bɪtʊmɛn/
Woordafbreking
- bi·tu·men
Zelfstandig naamwoord
Verbuiging
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)