binnenhouden/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van binnenhouden | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | binnenhouden | binnen te houden | ||||||||
toekomend | zullen binnenhouden binnen zullen houden |
te zullen binnenhouden binnen te zullen houden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben binnengehouden | te hebben binnengehouden | ||||||||
toekomend | binnengehouden zullen hebben | binnengehouden te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
binnenhoudend | binnengehouden | ev. hou binnen/ houd binnen |
mv. verouderd houdt binnen |
houde binnen (bijzin) binnenhoude | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | hou binnen/ houd binnen | houdt binnen | houdt binnen | houdt binnen | houdt binnen | houden binnen | houden binnen | houden binnen | |||
verleden (o.v.t.) | hield binnen | hield binnen | hield binnen | hield binnen | hield binnen | hielden binnen | hielden binnen | hielden binnen | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal binnenhouden | zult/zal binnenhouden | zult/zal binnenhouden | zult binnenhouden | zal binnenhouden | zullen binnenhouden | zullen binnenhouden | zullen binnenhouden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou binnenhouden | zou binnenhouden | zou(dt) binnenhouden | zoudt binnenhouden | zou binnenhouden | zouden binnenhouden | zouden binnenhouden | zouden binnenhouden | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | binnenhou/ binnenhoud | binnenhoudt | binnenhoudt | binnenhoudt | binnenhoudt | binnenhouden | binnenhouden | binnenhouden | |||
verleden (o.v.t.) | binnenhield | binnenhield | binnenhield | binnenhield | binnenhield | binnenhielden | binnenhielden | binnenhielden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal binnenhouden binnen zal houden |
zult/zal binnenhouden binnen zult/zal houden |
zult/zal binnenhouden binnen zult/zal houden |
zult binnenhouden binnen zult houden |
zal binnenhouden binnen zal houden |
zullen binnenhouden binnen zullen houden |
zullen binnenhouden binnen zullen houden |
zullen binnenhouden binnen zullen houden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou binnenhouden binnen zou houden |
zou binnenhouden binnen zou houden |
zou(dt) binnenhouden binnen zou(dt) houden |
zoudt binnenhouden binnen zoudt houden |
zou binnenhouden binnen zou houden |
zouden binnenhouden binnen zouden houden |
zouden binnenhouden binnen zouden houden |
zouden binnenhouden binnen zouden houden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb binnengehouden | hebt binnengehouden | hebt/heeft binnengehouden | hebt binnengehouden | heeft binnengehouden | hebben binnengehouden | hebben binnengehouden | hebben binnengehouden | |||
verleden (v.v.t.) | had binnengehouden | had binnengehouden | had binnengehouden | hadt binnengehouden | had binnengehouden | hadden binnengehouden | hadden binnengehouden | hadden binnengehouden | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal binnengehouden hebben | zal/zult binnengehouden hebben | zult/zal binnengehouden hebben | zult binnengehouden hebben | zal binnengehouden hebben | zullen binnengehouden hebben | zullen binnengehouden hebben | zullen binnengehouden hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou binnengehouden hebben | zou binnengehouden hebben | zou/zoudt binnengehouden hebben | zoudt binnengehouden hebben | zou binnengehouden hebben | zouden binnengehouden hebben | zouden binnengehouden hebben | zouden binnengehouden hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm binnengehouden worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt binnengehouden | er is binnengehouden | |||||||||
verleden | er werd binnengehouden | er was binnengehouden | |||||||||
toekomend | er zal binnengehouden worden | er zal binnengehouden zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou binnengehouden worden | er zou binnengehouden zijn | |||||||||
lijdende vorm binnengehouden worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | binnengehouden worden | binnengehouden te worden | ||||||||
toekomend | binnengehouden zullen worden | binnengehouden te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | binnengehouden zijn | binnengehouden te zijn | ||||||||
toekomend | binnengehouden zullen zijn | binnengehouden te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word binnengehouden | wordt binnengehouden | wordt binnengehouden | wordt binnengehouden | wordt binnengehouden | worden binnengehouden | worden binnengehouden | worden binnengehouden | |||
verleden (o.v.t.) | werd binnengehouden | werd binnengehouden | werd binnengehouden | werdt binnengehouden | werd binnengehouden | werden binnengehouden | werden binnengehouden | werden binnengehouden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal binnengehouden worden | zult binnengehouden worden | zult binnengehouden worden | zult binnengehouden worden | zal binnengehouden worden | zullen binnengehouden worden | zullen binnengehouden worden | zullen binnengehouden worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou binnengehouden worden | zou binnengehouden worden | zou/zoudt binnengehouden worden | zoudt binnengehouden worden | zou binnengehouden worden | zouden binnengehouden worden | zouden binnengehouden worden | zouden binnengehouden worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben binnengehouden | bent binnengehouden | bent/is binnengehouden | zijt binnengehouden | is binnengehouden | zijn binnengehouden | zijn binnengehouden | zijn binnengehouden | |||
verleden (v.v.t.) | was binnengehouden | was binnengehouden | was binnengehouden | waart binnengehouden | was binnengehouden | waren binnengehouden | waren binnengehouden | waren binnengehouden | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal binnengehouden zijn | zult binnengehouden zijn | zult binnengehouden zijn | zult binnengehouden zijn | zal binnengehouden zijn | zullen binnengehouden zijn | zullen binnengehouden zijn | zullen binnengehouden zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou binnengehouden zijn | zou binnengehouden zijn | zou/zoudt binnengehouden zijn | zoudt binnengehouden zijn | zou binnengehouden zijn | zouden binnengehouden zijn | zouden binnengehouden zijn | zouden binnengehouden zijn |