hou binnen
- Geluid: hou binnen (hulp, bestand)
- hou bin·nen
vervoeging van |
---|
binnenhouden |
hou binnen
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenhouden
- Ik hou binnen.
- gebiedende wijs van binnenhouden
- Hou binnen!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenhouden
- Hou je binnen?
- Het woord hou binnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.