Bidsprinkhaan

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bid·sprink·haan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bidsprinkhaan bidsprinkhanen
verkleinwoord bidsprinkhaantje bidsprinkhaantjes

Zelfstandig naamwoord

de bidsprinkhaanm

  1. (dierkunde) benaming voor insecten uit de orde Mantodea  , roofdieren die hun prooi met de voorpoten vangen
    • Bij de bidsprinkhaan begint het vrouwtje haar partner soms al tijdens de paring op te eten. Opmerkelijk is hierbij dat het mannetje in staat is om de paring voort te zetten nadat hij is onthoofd en half opgegeten 
Hyperoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid