betwisten/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van betwisten | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | betwisten | te betwisten | ||||||||
toekomend | zullen betwisten | te zullen betwisten | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben betwist | te hebben betwist | ||||||||
toekomend | betwist zullen hebben | betwist te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
betwistend | betwist | ev. betwist |
mv. verouderd betwist |
betwiste | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | betwist | betwist | betwist | betwist | betwist | betwisten | betwisten | betwisten | |||
verleden (o.v.t.) | betwistte | betwistte | betwistte | betwistte | betwistte | betwistten | betwistten | betwistten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal betwisten | zult/zal betwisten | zult/zal betwisten | zult betwisten | zal betwisten | zullen betwisten | zullen betwisten | zullen betwisten | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou betwisten | zou betwisten | zou(dt) betwisten | zoudt betwisten | zou betwisten | zouden betwisten | zouden betwisten | zouden betwisten | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb betwist | hebt betwist | hebt/heeft betwist | hebt betwist | heeft betwist | hebben betwist | hebben betwist | hebben betwist | |||
verleden (v.v.t.) | had betwist | had betwist | had betwist | hadt betwist | had betwist | hadden betwist | hadden betwist | hadden betwist | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal betwist hebben | zal/zult betwist hebben | zult/zal betwist hebben | zult betwist hebben | zal betwist hebben | zullen betwist hebben | zullen betwist hebben | zullen betwist hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou betwist hebben | zou betwist hebben | zou/zoudt betwist hebben | zoudt betwist hebben | zou betwist hebben | zouden betwist hebben | zouden betwist hebben | zouden betwist hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm betwist worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt betwist | er is betwist | |||||||||
verleden | er werd betwist | er was betwist | |||||||||
toekomend | er zal betwist worden | er zal betwist zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou betwist worden | er zou betwist zijn | |||||||||
lijdende vorm betwist worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | betwist worden | betwist te worden | ||||||||
toekomend | betwist zullen worden | betwist te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | betwist zijn | betwist te zijn | ||||||||
toekomend | betwist zullen zijn | betwist te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word betwist | wordt betwist | wordt betwist | wordt betwist | wordt betwist | worden betwist | worden betwist | worden betwist | |||
verleden (o.v.t.) | werd betwist | werd betwist | werd betwist | werdt betwist | werd betwist | werden betwist | werden betwist | werden betwist | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal betwist worden | zult betwist worden | zult betwist worden | zult betwist worden | zal betwist worden | zullen betwist worden | zullen betwist worden | zullen betwist worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou betwist worden | zou betwist worden | zou/zoudt betwist worden | zoudt betwist worden | zou betwist worden | zouden betwist worden | zouden betwist worden | zouden betwist worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben betwist | bent betwist | bent/is betwist | zijt betwist | is betwist | zijn betwist | zijn betwist | zijn betwist | |||
verleden (v.v.t.) | was betwist | was betwist | was betwist | waart betwist | was betwist | waren betwist | waren betwist | waren betwist | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal betwist zijn | zult betwist zijn | zult betwist zijn | zult betwist zijn | zal betwist zijn | zullen betwist zijn | zullen betwist zijn | zullen betwist zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou betwist zijn | zou betwist zijn | zou/zoudt betwist zijn | zoudt betwist zijn | zou betwist zijn | zouden betwist zijn | zouden betwist zijn | zouden betwist zijn |