betonnen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van betonnen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | betonnen | te betonnen | ||||||||
toekomend | zullen betonnen | te zullen betonnen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben betond | te hebben betond | ||||||||
toekomend | betond zullen hebben | betond te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
betonnend | betond | ev. beton |
mv. verouderd betont |
betonne | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | beton | betont | betont | betont | betont | betonnen | betonnen | betonnen | |||
verleden (o.v.t.) | betonde | betonde | betonde | betonde | betonde | betonden | betonden | betonden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal betonnen | zult/zal betonnen | zult/zal betonnen | zult betonnen | zal betonnen | zullen betonnen | zullen betonnen | zullen betonnen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou betonnen | zou betonnen | zou(dt) betonnen | zoudt betonnen | zou betonnen | zouden betonnen | zouden betonnen | zouden betonnen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb betond | hebt betond | hebt/heeft betond | hebt betond | heeft betond | hebben betond | hebben betond | hebben betond | |||
verleden (v.v.t.) | had betond | had betond | had betond | hadt betond | had betond | hadden betond | hadden betond | hadden betond | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal betond hebben | zal/zult betond hebben | zult/zal betond hebben | zult betond hebben | zal betond hebben | zullen betond hebben | zullen betond hebben | zullen betond hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou betond hebben | zou betond hebben | zou/zoudt betond hebben | zoudt betond hebben | zou betond hebben | zouden betond hebben | zouden betond hebben | zouden betond hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm betond worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt betond | er is betond | |||||||||
verleden | er werd betond | er was betond | |||||||||
toekomend | er zal betond worden | er zal betond zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou betond worden | er zou betond zijn | |||||||||
lijdende vorm betond worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | betond worden | betond te worden | ||||||||
toekomend | betond zullen worden | betond te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | betond zijn | betond te zijn | ||||||||
toekomend | betond zullen zijn | betond te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word betond | wordt betond | wordt betond | wordt betond | wordt betond | worden betond | worden betond | worden betond | |||
verleden (o.v.t.) | werd betond | werd betond | werd betond | werdt betond | werd betond | werden betond | werden betond | werden betond | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal betond worden | zult betond worden | zult betond worden | zult betond worden | zal betond worden | zullen betond worden | zullen betond worden | zullen betond worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou betond worden | zou betond worden | zou/zoudt betond worden | zoudt betond worden | zou betond worden | zouden betond worden | zouden betond worden | zouden betond worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben betond | bent betond | bent/is betond | zijt betond | is betond | zijn betond | zijn betond | zijn betond | |||
verleden (v.v.t.) | was betond | was betond | was betond | waart betond | was betond | waren betond | waren betond | waren betond | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal betond zijn | zult betond zijn | zult betond zijn | zult betond zijn | zal betond zijn | zullen betond zijn | zullen betond zijn | zullen betond zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou betond zijn | zou betond zijn | zou/zoudt betond zijn | zoudt betond zijn | zou betond zijn | zouden betond zijn | zouden betond zijn | zouden betond zijn |