• be·ta·ke·ling
  • Afgeleid van takel met het voorvoegsel be- en met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord betakeling betakelingen
verkleinwoord

de betakelingv

  1. een methode om het uitrafelen van de einden van een touw of lijn te voorkomen
    • Kunststof touw hoeven we geen betakeling te geven, de strengen schroeien we gewoon met een vlammmetje aan elkaar.