• splits
vervoeging van
splitsen

splits

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van splitsen
    • Ik splits. 
  2. gebiedende wijs van splitsen
    • Splits! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van splitsen
    • Splits je? 
89 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be