beantwoorden/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van beantwoorden | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | beantwoorden | te beantwoorden | ||||||||
toekomend | zullen beantwoorden | te zullen beantwoorden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben beantwoord | te hebben beantwoord | ||||||||
toekomend | beantwoord zullen hebben | beantwoord te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
beantwoordend | beantwoord | ev. beantwoord |
mv. verouderd beantwoordt |
beantwoorde | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | beantwoord | beantwoordt | beantwoordt | beantwoordt | beantwoordt | beantwoorden | beantwoorden | beantwoorden | |||
verleden (o.v.t.) | beantwoordde | beantwoordde | beantwoordde | beantwoordde | beantwoordde | beantwoordden | beantwoordden | beantwoordden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal beantwoorden | zult/zal beantwoorden | zult/zal beantwoorden | zult beantwoorden | zal beantwoorden | zullen beantwoorden | zullen beantwoorden | zullen beantwoorden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou beantwoorden | zou beantwoorden | zou(dt) beantwoorden | zoudt beantwoorden | zou beantwoorden | zouden beantwoorden | zouden beantwoorden | zouden beantwoorden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb beantwoord | hebt beantwoord | hebt/heeft beantwoord | hebt beantwoord | heeft beantwoord | hebben beantwoord | hebben beantwoord | hebben beantwoord | |||
verleden (v.v.t.) | had beantwoord | had beantwoord | had beantwoord | hadt beantwoord | had beantwoord | hadden beantwoord | hadden beantwoord | hadden beantwoord | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal beantwoord hebben | zal/zult beantwoord hebben | zult/zal beantwoord hebben | zult beantwoord hebben | zal beantwoord hebben | zullen beantwoord hebben | zullen beantwoord hebben | zullen beantwoord hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou beantwoord hebben | zou beantwoord hebben | zou/zoudt beantwoord hebben | zoudt beantwoord hebben | zou beantwoord hebben | zouden beantwoord hebben | zouden beantwoord hebben | zouden beantwoord hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm beantwoord worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt beantwoord | er is beantwoord | |||||||||
verleden | er werd beantwoord | er was beantwoord | |||||||||
toekomend | er zal beantwoord worden | er zal beantwoord zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou beantwoord worden | er zou beantwoord zijn | |||||||||
lijdende vorm beantwoord worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | beantwoord worden | beantwoord te worden | ||||||||
toekomend | beantwoord zullen worden | beantwoord te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | beantwoord zijn | beantwoord te zijn | ||||||||
toekomend | beantwoord zullen zijn | beantwoord te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | — | — | — | — | wordt beantwoord | — | — | worden beantwoord | |||
verleden (o.v.t.) | — | — | — | — | werd beantwoord | — | — | werden beantwoord | |||
toekomend (o.t.t.t.) | — | — | — | — | zal beantwoord worden | — | — | zullen beantwoord worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | — | — | — | — | zou beantwoord worden | — | — | zouden beantwoord worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | — | — | — | — | is beantwoord | — | — | zijn beantwoord | |||
verleden (v.v.t.) | — | — | — | — | was beantwoord | — | — | waren beantwoord | |||
toekomend (v.t.t.t.) | — | — | — | — | zal beantwoord zijn | — | — | zullen beantwoord zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | — | — | — | — | zou beantwoord zijn | — | — | zouden beantwoord zijn |