batist
- ba·tist
- mogelijk eponiem dat zou verwijzen naar Baptiste Cambray, een Franse wever uit de 13e eeuw; in de betekenis van ‘zacht doek’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1827 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | batist | - |
verkleinwoord |
het batist o
- een fijn, doorschijnend weefsel dat gemaakt kan zijn van linnen, wol, katoen, zijde of zelfs kunstzijde
1. een fijn, doorschijnend weefsel dat gemaakt kan zijn van linnen, wol, katoen, zijde of zelfs kunstzijde
- Het woord batist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "batist" herkend door:
49 % | van de Nederlanders; |
46 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "batist" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /batɪst/
batist m
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- IPA: /batɪst/
- ba·tist
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Zie Wikipedia voor meer informatie.