bake
Middelnederlands
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | bake | baken |
genitief | baken | baken |
datief | bake | baken |
accusatief | bake | baken |
Zelfstandig naamwoord
bake m
Engels
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to bake |
he/she/it | bakes |
verleden tijd | baked |
voltooid deelwoord |
baked |
onvoltooid deelwoord |
baking |
gebiedende wijs | bake |
Uitspraak
Werkwoord
bake
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- bake
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie | 8415 |
---|
Werkwoord
bake
- ditransitief, overgankelijk, (kookkunst) bakken
- «Hun baker brødet sitt selv.»
- Ze bakt haar eigen brood.
- «Hun baker brødet sitt selv.»
- overgankelijk opwarmen, verwarmen
- «Sola bakte oss.»
- De zon verwarmde ons.
- «Sola bakte oss.»
- impregneren met teer bij het gebruik van warmte
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- [1]: brygge og bake
brouwen en bakken
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- bake
Woordherkomst en -opbouw
vervoeging | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs | bake baka |
bake baka |
tegenwoordige tijd | bakar | bakar baker |
verleden tijd | baka | bakte |
voltooid deelwoord |
baka | bakt |
onvoltooid deelwoord |
bakande | bakande |
lijdende vorm | bakast | bakast |
gebiedende wijs | bak baka bake |
bak |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak | Klasse 2 zwak |
opmerking | optioneel | optioneel |
Werkwoord
bake
- ditransitief, overgankelijk, (kookkunst) bakken
- «Ho baker brødet sitt sjølv.»
- Ze bakt haar eigen brood.
- «Ho baker brødet sitt sjølv.»
- overgankelijk opwarmen, verwarmen
- «Sola bakte oss.»
- De zon verwarmde ons.
- «Sola bakte oss.»
- reinigen met een uitgekookt warm extract (zie bak)
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- [1]: bryggje og bake
brouwen en bakken