• awk·ward
  • uit het Engels [1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen awkward awkwarder awkwardst
verbogen awkwarde awkwardere awkwardste
partitief awkwards awkwarders -

awkward

  1. van iets dat je je ervoor schaamt
     Want niet iedereen lacht om deze vorm van cyberpesten. Ook de moeder van een Australiër niet. Hij maakte foto's in zijn sportschool in Queensland en zette zijn medesporters te kakken op Facebook, met de kop Awkward Kunts at YOUR Local Gym.[2]
     De eerste groep bestaat uit zo'n dertig leden van het Lagerhuis die het liefste zien dat het Verenigd Koninkrijk geen deel meer uitmaakt van de Europese Unie. Zij brachten het referendum over de relatie met Brussel ter tafel. Hun positie is zo sterk dat ze ook wel de 'awkward bastards', de 'lastige eikels' van de partij worden genoemd. De grootste groep, waar Cameron deel van uitmaakt, is die van de eurorealisten. Zij willen opnieuw onderhandelen over de relatie met Europa. De ongeveer honderd Lagerhuisleden willen binnen de EU blijven, maar alleen als ze de bevoegdheden uit het 'wensenlijstje van Cameron', terugkrijgen van Brussel.[3]


  1. awkward op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Man lacht om Facebook-foto's, moeder niet” (Vrijdag 26 juli 2013, 17:19), NOS
  3.   Weblink bron
    Aniete Coelingh
    “Cameron wil lossere relatie met EU” (Woensdag 23 januari 2013, 06:00), NOS