benard
- be·nard
- In de betekenis van ‘benauwd’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1626 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | benard | benarder | benardst |
verbogen | benarde | benardere | benardste |
partitief | benards | benarders | - |
benard
- in het nauw gebracht
- Zelfs in de benardste omstandigheden wist hij nog een uitweg te bedenken.
- Het woord benard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "benard" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "benard" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be