autrice
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- au·tri·ce
Woordherkomst en -opbouw
- van Frans autrice (het Woordenboek der Nederlandsche taal stelt ten onrechte dat deze vorm in die taal niet voorkomt) [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autrice | autrices |
verkleinwoord | autricetje | autricetjes |
Zelfstandig naamwoord
de autrice v
- (beroep) vrouw die origineel geschreven werk voortbrengt
- ▸ De op het oogenblik meest gelezen Engelsche schrijfster Virginia Woolf, autrice van den roman „de Vrouw van vijftig jaar" heeft een geschrift gepubliceerd naar aanleiding van een kort bezoek aan een Engelsche universiteitstad — zij noemt deze Oxbridge — en waarin zij een vergelijk maakt tusschen het weeldeleven der mannelijke studenten en de vaak armelijke omgeving waarin de vrouwelijke studenten leven.[4]
- ▸ Volgens een wat nuffige conventie wordt de leeftijd van de autrice van deze roman, Anne Landsman, niet genoemd; wel mogen we weten dat ze in Kaapstad studeerde en in New York lesgeeft in scenarioschrijven.[5]
Synoniemen
Verwante begrippen
- vrouwelijke vorm van auteur
Vertalingen
1. persoon die aan de basis staat van een origineel geschreven werk
Gangbaarheid
- Het woord 'autrice' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron O.R.F.W. Winkelmann“Dictionnaire françois-hollandois. Fransch en Nederduitsch Woordenboek.” (1783), Barthelemy Wild, p. 81 kol. 1
- ↑ Weblink bron Sandra Lorenzo“Autrice, le féminin qui gênait tant l'Académie française est tout sauf un néologisme” (28 februari 2019) op huffingtonpost.fr
- ↑ Weblink bron “De dichteres op het dakkamertje: waarom zijn de vrouwen onproductief?” (1930), Nieuwe Apeldoornsche courant
- ↑ Weblink bron “Roman van een mislukking” (1999), De Groene Amsterdammer
Frans
Uitspraak
Woordafbreking
- au·tri·ce
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord | |
mannelijk | auteur | l'auteur | auteurs | les auteurs |
vrouwelijk | autrice | l'autrice | autrices | les autrices |
Zelfstandig naamwoord
autrice v
Italiaans
Uitspraak
- IPA: /au.ˈtri.t͡ʃe/
Woordafbreking
- au·tri·ce
Zelfstandig naamwoord
enkelvoud | meervoud |
---|---|
autrice | autrici |
autrice v