armslag
- arm·slag
- samenstelling van arm en slag [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | armslag | armslagen |
verkleinwoord |
de armslag m
- beweging van de armen tijdens het zwemmen
- de ruimte hebben om zich te bewegen zodat men kan handelen
- Het rijk geïllustreerde muziekblad begon in 1977 als opvolger van de gratis Nationale Hitparade Krant en als broertje van Muziekkrant Oor. De Oor-uitgever, Keihard & Swingend, wilde een populair popblad voor een breed publiek, om de uitgeverij meer financiële armslag te geven. De Hitkrant was voor de tieners die te jong waren voor Oor, meer op de hits gericht dan op de serieuze popmuziek.[3]
- ▸ Meneer Wang heeft nadrukkelijk verklaard dat het in zijn intenties ligt het hotel in zijn oude luister te herstellen, waarbij de financiële armslag waarover hij naar het zich laat aanzien beschikt zeer zeker van pas zal komen.[4]
- [1] armzwaai, zwembeweging
- [2] beweegruimte, bewegingsruimte, bewegingsvrijheid, manoevreerruimte, ontplooiingsmogelijkheid, speelruimte
- [1] beenslag
1. de ruimte hebben om zich te bewegen zodat men kan handelen
- Het woord armslag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "armslag" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ armslag op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Wilfred Takken Lineke Nieber 27 maart 2017
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 16
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be