aristocratie
- Geluid: aristocratie (hulp, bestand)
- IPA: / ˌarɪstokraˈ(t)si / (5 lettergrepen)
- aris·to·cra·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘regering van de besten’ voor het eerst aangetroffen in 1583 [1]
- van Frans aristocratie; op te vatten als gevormd uit Oudgrieks ἄριστος [áristos] "beste, sterkste" met het achtervoegsel -cratie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aristocratie | aristocratieën |
verkleinwoord |
de aristocratie v
- (politiek) regeringsvorm waarbij de heerschappij in handen is van een kleine groep, de zogenaamde aristocraten, waarvan wordt verondersteld dat zij van nature de meest geschikte bestuurders zijn
- Lange tijd hebben filosofen en politici gediscussieerd over de voor- en nadelen van een aristocratie tegenover een democratie.
- groep van mensen die als superieur wordt gezien
- [2] adel
- [1] kakistocratie (alleen pejoratief gebruikt)
- [1] democratie, monarchie
1. een regeringsvorm waarbij de heerschappij in handen is van een kleine groep, de zogenaamde aristocraten
- Het woord aristocratie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aristocratie" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "aristocratie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ aristocratie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be