Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aris·to·cra·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aristocratie aristocratieën
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aristocratiev

  1. (politiek) regeringsvorm waarbij de heerschappij in handen is van een kleine groep, de zogenaamde aristocraten, waarvan wordt verondersteld dat zij van nature de meest geschikte bestuurders zijn
    • Lange tijd hebben filosofen en politici gediscussieerd over de voor- en nadelen van een aristocratie tegenover een democratie. 
  2. groep van mensen die als superieur wordt gezien
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen