Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·ti·bac·te·ri·eel
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen antibacterieel antibacteriëler antibacterieelst
verbogen antibacteriële antibacteriëlere antibacterieelste
partitief antibacterieels antibacteriëlers -

Bijvoeglijk naamwoord

antibacterieel

  1. bacteriedodend of bacteriën bestrijdend
    • Antibacteriële zeep met de stof triclosan doodt bacteriën niet beter dan normale zeep. [1] 
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord antibacterieel -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het antibacterieelo

  1. antibacterieën, bacteriedodende stof van natuurlijke of kunstmatige oorsprong
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Verwijzingen

Gangbaarheid