androgeen
- an·dro·geen
- In de betekenis van ‘leidend tot mannelijke ontwikkelingsvormen’ voor het eerst aangetroffen in 1961 [1]
- met het voorvoegsel andro- met het achtervoegsel -geen [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | androgeen | androgenen |
verkleinwoord | androgeentje | androgeentjes |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
het androgeen o
- mannelijk geslachtshormoon behorend tot de klasse der steroïden, zoals testosteron en andere stoffen met androgene werking
1. mannelijk geslachtshormoon
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | androgeen | androgener | androgeenst |
verbogen | androgene | androgenere | androgeenste |
partitief | androgeens | androgeners | - |
androgeen
- de ontwikkeling van mannelijke geslachtskenmerken bevorderend
- Het woord androgeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "androgeen" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "androgeen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ androgeen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be