androgyn
- an·dro·gyn
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hermafrodiet’ voor het eerst aangetroffen in 1601 [1]
- afgeleid van het Griekse 'gunè' (vrouw) met het voorvoegsel andro- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | androgyn | androgynen |
verkleinwoord | - | - |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
de androgyn m
- tweeslachtig wezen, hermafrodiet
- ▸ Oorspronkelijk, zegt hij, waren er drie geslachten, één mannelijk/mannelijk, één vrouwelijk/vrouwelijk, en één gemengd, androgyn, mannelijk/vrouwelijk.[3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | androgyn | androgyner | androgynst |
verbogen | androgyne | androgynere | androgynste |
partitief | androgyns | androgyners | - |
androgyn
- (sociologie) met zowel vrouwelijke als mannelijke kenmerken
- tweeslachtig
- Het woord androgyn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "androgyn" herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "androgyn" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ androgyn op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Ineke Sluiter“Socrates” (2016), Amsterdam University Press , ISBN 9789089646224
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be